FS1 De student is in staat het belang van toekomstgeletterdheid binnen de huidige maatschappelijke context toe te lichten. (GI 1.1, GI 1.3, GI 1.4; GI 2.2)
FS2 De student begrijpt de basisprincipes van systematisch toekomstdenken en past die toe. (GI 1.3, GI 1.4, GI 4.4, GI 4.5, GI 5.1, GI 5.2, GI 5.3)
FS3 De student kan de relevantie van toekomstonderzoek voor het eigen domein/sector op onderbouwde wijze argumenteren. (GI 1.1, GI 1.2, GI 1.4, GI 2.2, GI 3.1, GI 3.2, GI 3.4, GI 5.1, GI 5.2)
FS4 De student vertoont een toename in toekomstgeletterdheid. (GI 1.3, GI 1.4, GI 1.5, GI 4.4, GI 4.5, GI 5.1, GI 5.2, GI 5.3)
FS5 De student begrijpt de relevantie van de verschillende onderdelen van het 'generic foresight proces’ en kan toelichten hoe deze bijdragen aan de onderliggende doelstellingen van toekomstonderzoek. (GI 1.3, GI 1.4, GI 3.3, GI 5.3)
FS6 De student past de methodieken van toekomstonderzoek die in dit vak aan bod kwamen op beginnersniveau toe. (GI 1.2, GI 1.3, GI 1.4, GI 2.1, GI 3.2, GI 3.3, GI 3.6, GI 4.1, GI 4.4, GI 4.5, GI 5.1, GI 5.2, GI 5.3)
FS7 De student demonstreert inzicht mbt mogelijke toekomsten van een gekozen onderwerp. (GI 1.1, GI 1.2, GI 1.3, GI 1.4, GI 2.1, GI 3.2, GI 4.5, GI 4.1, GI 5.1, GI 5.2)
FS8 De student illustreert hoe wenselijke toekomstbeelden (mbt een gekozen onderwerp) zijn handelen in het heden kan vormgeven. (GI 1.1, GI 1.2, GI 1.3, GI 1.4, GI 1.5, GI 2.2, GI 2.3, GI 2.4, GI 3.2, GI 3.4, GI 4.1, GI 4.4, GI 5.1, GI 5.2)