De volgende onderdelen komen aan bod in dit opleidingsonderdeel:

Burgerlijk recht

• Algemeen recht (wat is het? structuren en instellingen)
• Personen- en familierecht (identiteit, huwelijk en samenwonen, huwelijkscontract, nalatenschappen)
• Zakenrecht (goederen, eigendomsrecht, vruchtgebruik, erfdienstbaarheden)
• Verbintenissenrecht (uit overeenkomst, uit quasi-contracten en uit onrechtmatige daad)
• Benoemde overeenkomsten (koop en huur)

Economisch recht

• Fundamentele elementen (ondernemingsrechtbank, bewijs in ondernemingszaken, statuut van de ondernemer, de onderneming, betalingsachterstand)
• Ondernemingsrecht (overeenkomsten met handelstussenpersonen)
• Marktrecht (marktpraktijken en consumentenbescherming, consumentenkrediet)

Vennootschapsrecht

• Bronnen en structuren van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen
• Inleidende bepalingen: begrippen, bepalingen gemeenschappelijk aan de rechtspersonen, de jaarrekening
• De vennootschappen
• De verenigingen en stichtingen
• Herstructurering en omzetting
• Specifieke onderwerpen
  • overgang van effecten
  • onderneming in moeilijkheden
  • einde van de vennootschap

De student kan:

D1: de verschillende juridische aspecten uit het burgerlijk, economisch en vennootschapsrecht die betrekking hebben op het werkterrein van de boekhouder toelichten. (GI 11.1, GI 11.2, GI 11.3)

D2: de belangrijkste elementen van de juridische organisatie van onze maatschappij toelichten. (GI 11.1, GI 11.2, GI 11.3)

D3: bronnen van wetgeving raadplegen en de gevonden informatie ordenen, interpreteren en hanteren. (GI 5.2, GI 6.3, GI 11.1)

D4: in de uitvoering van boekhoudkundige taken rekening houden met de wettelijke voorschriften. (GI 6.1, GI 6.3, GI 6.5, GI 6.6, GI 11.1, GI 11.2, GI 11.3)

BURGERLIJK RECHT

De student kan:

D5: de voor de boekhouder relevante juridische basisbegrippen op het vlak van personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht, erfrecht, zakenrecht, verbintenissenrecht, benoemde overeenkomsten (koop, huur) toelichten. (GI 5.2, GI 6.1, GI 6.5)

ECONOMISCH RECHT

De student kan:

D6: de voor de boekhouder relevante juridische basisbegrippen op het vlak van ondernemingsrecht en op vlak van marktpraktijken, consumentenbescherming en consumentenkrediet toelichten. (GI 5.2, GI 6.1, GI 6.3, GI 9.4)

VENNOOTSCHAPSRECHT

De student kan:

D7: de organisatie en werking van de meest voorkomende vennootschapsvormen en verenigingen doorheen de verschillende levensfasen verwoorden en beschrijven, hun kenmerken van elkaar onderscheiden en vergelijken en hierover een eerste advies formuleren. (GI 5.2)

D8: eerstelijnsadviezen geven m.b.t. de meest voorkomende vennootschapsvormen en verenigingen (oprichting, bestuur, inbreng, aansprakelijkheid, winstverdeling, controle, nietigheid, ontbinding, (wijzigings)akten, alarmbelprocedure en faillissement). (GI 6.1, GI 11.2, GI 11.3)