Het hoofddoel van POP 2 ligt zowel op de ontwikkeling van jezelf als persoon, als op je leiderschapsontwikkeling. Eerlijk en kritisch reflecteren, nieuwe uitdagende doelstellingen (leadershipgoals) formuleren, alsook levenslang leren staan hierbij centraal. Om deze ontwikkeling in woord en/of beeld te brengen geven we jou doorheen het jaar enkele opdrachten.
De volgende doelstellingen worden voorop gesteld:
D1: De student reflecteert en evalueert kritisch het persoonlijk en professioneel functioneren, gaat actief op zoek naar oefenkansen en legt de focus op levenslang leren. (GI: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 8.1, 8.2, 8.3)
D2: De student formuleert voor zichzelf uitdagende SMART doelstellingen (leaderschipgoals) om op deze manier zijn/haar persoonlijke leiderschapsontwikkeling te optimaliseren en te evalueren. (GI: 1.1, 1.3, 1.4, 9.1, 9.2, 9.3)
D3: De student reflecteert kritisch de persoonlijke leiderschapsontwikkeling en evalueert deze op basis van de te bereiken leeruitkomsten (deel 1 + deel 2) en de daaraan gekoppelde gedragsindicatoren. (GI: 1.1, 1.2, 1.3, 8.1, 8.2, 8.3, 9.1, 9.2, 9.3, 9.4)
D4: De student coacht zijn medestudenten bij het realiseren van zijn/haar POP en reflecteert kritisch en eerlijk over de feedback die hij gegeven heeft/ontvangen heeft van studenten/docenten. (GI 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 3.6, 7.1, 8.1, 8.2, 8.3, 9.1, 9.2, 9.3, 9.4)
D5: De student respecteert bij schriftelijke communicatie de vereisten ivm taal, spelling, lay out en lengte van de verslaggeving. (GI: 9.1, 9.2, 9.3, 9.4)
Draagt bij tot de gedragsindicatoren: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 3.6, 7.1, 8.1, 8.2, 8.3, 9.1, 9.2, 9.3, 9.4
Toets de gedragsindicatoren: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 3.6, 7.1, 8.1, 8.2, 8.3, 9.1, 9.2, 9.3, 9.4