D1: De student heeft (in)zicht op zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling en zet via (zelf)reflectie, sturing en coaching in op verdere ontwikkeling (GI's: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4)
D2: De student kent de relevante wet- en regelgeving en past deze correct toe (GI: 2.2)
D3: De student kan omgaan met tijdsdruk (GI: 2.4)
D4: De student kan de missie, visie en strategie van de zorginstelling vertalen naar concrete operationele doelstellingen voor zijn werkcontext en is in staat om korte- en lange termijndoelstellingen te formuleren via de principes van SMART (GI's: 4,1, 4.4, 4.6)
D5: De student kan personele middelen in kaart brengen en kan hierover reflecteren (GI:4.3)
D6: De student ontwikkelt relevante indicatoren en kan verbeterprocessen coördineren op efficiënte en effectieve wijze (GI's: 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 6.3)
D7: De student gaat flexibel om met veranderingen en begeleidt veranderingsprocessen in zijn/haar team (GI's: 7.1, 7.4)
D8: De student kan een professioneel netwerk uitbouwen (GI: 8.2)
D9: De student communiceert op een heldere en duidelijke wijze, zowel schriftelijk als mondeling (GI's: 9.1, 9.3)
D10: De student geeft zijn werkcontext vorm door relevante info en eigen fouten/fouten van het team op kritische wijze te analyseren (GI: 10.1, GI 10.4)
Draagt bij tot de gedragsindicatoren: 1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.2, 2.4, 4.1, 4.3, 4.4, 4.6, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 6.3, 7.1, 7.4, 8.2, 9.1, 9.3, 10.1, 10.4
Toetst de gedragsindicatoren:1.1, 1.2, 1.3, 1.4, 2.2, 2.4, 4.1, 4.3, 4.4, 5.1, 5.2, 6.1, 6.2, 6.3, 7.1, 7.4, 8.2, 9.1, 9.3, 10.1, 10.4