OO-doelen:
Algemeen: De student
- Kan op basis van een klinische casus de juiste chemische, moleculaire of andere diagnostische, analysetechnieken selecteren, de resultaten interpreteren en rapporteren
- Kan meeschrijven aan een SOP
- Kan data op een statistische manier verwerken, interpreteren en rapporteren
- Kan gebruik maken van het GLIMS-programma (m.b.t. kwaliteitscontrole)
- Kan kwaliteitscontroles binnen een klinisch labo uitvoeren, interpreteren en rapporteren
- Kan meewerken aan een risico-analyse
- rapporteert schriftelijk, hanteert hierbij een wetenschappelijke schrijfstijl en de gepaste biomedische vakterminologie en refereert correct naar de gebruikte bronnen
- presenteert mondeling op een gestructureerde en onderbouwde manier
- kan (multidisciplinair) samenwerken en communiceren en vertoont de gepaste attitude tijdens de werksessies
- leert Engels vakjargon
M.b.t. POCT: De student
- Kan POC-testen situeren binnen de context van een universitair ziekenhuis en van eerstelijnszorg, vanuit standpunt van de zorgverlener en van het laboratorium
- Kent de voorwaarden en normen waaraan moet worden voldaan om kwaliteitsvolle POC-testen uit te voeren
- Heeft zich verdiept in actuele ontwikkelingen en toekomstmogelijkheden van POC-testen m.b.t. serologie, stollingsparameters, klinische parameters en microbiologie
- Kan gebruik maken van hand- en tafeltoestellen
- Kan een onderzoeksplan opstellen voor de implementatie van POCT in een bepaalde setting (ziekenhuis, huisarts, apotheek, ...)
dragen bij tot LO en GI:
GI 1.2 Kennis/inzicht in farmaceutische en/of biomed wetenschappen: niv 1: heeft kennis/inzicht in farmaceutische & biomedische wetenschappen en internationale wetenschappelijke ontwikkelingen + niv 2: integreert kennis/inzicht in farmaceutische en/of biomedische wetenschappen en internationale wetenschappelijke ontwikkelingen onder begeleiding
GI 4.1 Gepaste methoden en technologieën kiezen: niv 2: Kiest onderbouwd en onder begeleiding de gepaste methoden en technologieën, rekening houdend met de mogelijkheden en beperkingen, in een welomschreven context
GI 5.1 Volgens SOP's werken: niv 3: Werkt mee aan het schrijven van SOP’s volgens nationale en internationale normen
GI 5.2 Controles, kalibraties en validaties uitvoeren: niv 1: Heeft kennis van controles, kalibraties en validaties + niv 2: Voert volgens instructies en onder begeleiding controles en/of kalibraties uit + niv 3: Voert volgens instructies en onder begeleiding validaties uit
GI 5.3 Binnen een gespecialiseerd kwaliteitszorgsysteem werken: niv 1+2: Heeft kennis van nationale en internationale normen en van een kwaliteitshandboek
GI 7.1 Deontologische en bio-ethische principes toepassen: niv 3: Past de internationale deontologische principes eigen aan het domein toe, kan een standpunt innemen m.b.t. bio-ethische vragen over o.a. innovatieve ontwikkelingen in een internationaal perspectief; brengt maatschappelijke verantwoordelijkheid in de praktijk; begrijpt de principes van duurzame ontwikkeling en geeft hierover advies indien nodig
GI 9.1 Teamgericht samenwerken: niv 2: Neemt verantwoordelijkheid op voor de eigen uit te voeren taken, Functioneert in een divers, multicultureel team, stelt zich flexibel op, is oplossingsgericht en houdt zich aan de gemaakte afspraken binnen een groep van vakgenoten of binnen een multidisciplinaire groep in het werkveld + niv 3: Neemt medeverantwoordelijkheid op voor collectieve taken, noden en resultaten. Functioneert in een divers, multicultureel team, stelt zich flexibel op, is oplossingsgericht en houdt zich aan de gemaakte afspraken binnen een groep van vakgenoten of binnen een multidisciplinaire groep in het werkveld
GI 9.2 Adequaat en doelgroepgericht communiceren: niv 1 +2: Communiceert respectvol, assertief, constructief met gelijken + niv 3: Communiceert respectvol, assertief, constructief met verschillende doelgroepen
GI 9.3 In multiculturele context: niv 3: gaat op constructieve wijze om met uitdagingen die met interculturele professionele samenwerking gepaard kan gaan (culturele veerkracht), relativeert eigen visie/ideeën (culturele ontvankelijkheid) en draagt bij tot een sfeer van vertrouwen (culturele, relationele competentie) op zelfstandige wijze
GI 10.1 Schriftelijk rapporteren gebruik makend van de gepaste biomedische vakterminologie: niv 3: Rapporteert in Nederlands en Engels schriftelijk en traceerbaar over meerdere experimenten op een samenhangende manier
GI 10.2 Mondeling rapporteren en presenteren gebruik makend van de gepaste biomedische vakterminologie: niv 1: Rapporteert mondeling in Nederlands, Engels en Frans face-to-face op een duidelijke en transparante manier + niv 2: Rapporteert en presenteert helder en duidelijk in Nederlands en Engels aan een groep van vakgenoten
GI 12.1 Verkregen data correct verwerken: niv 3: Gebruikt zelfstandig de correcte methode en software om complexe verkregen data te verwerken
GI 12.2 Verkregen data statistisch verwerken: niv 3: Verwerkt zelfstandig verkregen data volgens statistische methode
GI 12.3 Resultaten kritisch interpreteren: niv 3: Interpreteert zelfstandig resultaten in de correcte biomedische context
GI 13A.1 Klinisch-chemische (klin-chem), microbiologische (MB), hematologische en moleculair diagnostische analyses uitvoeren: niv 1: heeft kennis van de klin-chem, MB, hematologische en moleculair diagnostische analyses (pre-analytisch, analytisch en post-analytisch)